Inleiding

Dit tijdvak beslaat de periode van grofweg 1600 - 1700.

Voor de Nederlandse geschiedenis is dit de periode die bekend staat onder de Gouden Eeuw. Het is een periode van grote economische bloei welvaart en wetenschappelijke belangstelling , die tot voorbeeld diende van veel Europese mogendheden.

De VOC, de WIC en de Amsterdamse beurs zijn in deze periode opgericht en hebben het mogelijk gemaakt dat Nederland een grote handelsnatie kon worden en dat er grote welvaart was. Bekende schilders als Rembrandt, Rubens en Vermeer hebben in deze periode hun naam gevestigd, maar ook de Porceleyne Fles uit Delft met het beroemde Delfts blauwe aardewerk is in deze periode opgericht.

In Rusland was Tsaar Peter de Grote zeer geïnteresseerd in de Nederlandse scheepsbouw. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat er in de Russische scheepvaart nog Nederlandse termen zijn te herkennen.
De Franse Koning Lodewijk de XIV was erg afgunstig op de Nederlandse successen en ook de Engelsen waren bang voor hun positie op zee, Meermaals hebben beide landen in deze periode oorlogen gevoerd die de macht van de Repububliek op zee en daarmee de handel moesten vernietigen.

Maar het is ook een periode met een zwarte rand omdat dit het begin was van de levendige handel in slaven, die vanuit Afrika werden vervoerd naar Amerika onder erbarmelijke omstandigheden. Nederland, maar ook Engeland en Frankrijk hebben aan deze handel geld verdiend en ook niet te vergeten de Afrikaanse landen die de slaven uit de achterlanden haalden en ze verkochten aan de Europeanen. Dit is bekend geworden onder de term driehoekshandel

Aan het einde van dit tijdvoek moet je kunnen aangeven wat de bijzondere positie van Nederland was binnen Europa en hoe de verhouding tussen de verschillende Europese staten en de Republiek was. Absolutistische regeringsvormen moet je vergelijken met het bestuur van de Republiek.

Je moet kunnen uitleggen wat die wereldeconomie inhoud en wat dit voor gevolgen had op bestuurlijk, cultureel en economisch voor Nederland als wel voor de verhoudingen van Nederland met andere Europese mogendheden.

Daarnaast moet je het belang van de VOC en WIC kunnen aangeven voor de samenleving in dit tijdvak.

 

VOC schip op de helling in Delfshaven

de manier waarop slaven werden vervoerd