te gebruiken bij:
rekenen, taal, Frans, W.O., …
materiaal:
vraag- en antwoordkaartjes (zie bijlage)
tijdsduur:
20 minuten (afhankelijk van het aantal kaartjes)
spelverloop:
Bedenk een behoorlijk aantal vragen en bijbehorende antwoorden (zie bijlage of eventueel vragen over het actuele W.O.-thema) Zowel de vragen als de antwoorden moeten kort geformuleerd worden. Schrijf de vragen en antwoorden op kaartjes, op zo'n manier dat de vraag en het antwoord niet op hetzelfde kaartje staan. (dominovorm) Voor elke groep staat er vooraan in de klas een doos waarin alle kaartjes worden gestopt.
De klas wordt verdeeld in groepjes van 3 tot 4 leerlingen. Iedereen begint met het oplossen van oefening 1. Vooraf wordt afgesproken hoeveel kaartjes er kunnen worden verdiend bij het juist oplossen van de oefening. De leerlingen werken individueel.
Na het oplossen, wordt de oefening klassikaal verbeterd. Elke groep, waar elk groepslid de oefening juist heeft opgelost, mag het aantal kaartjes uit hun doos nemen. De leerlingen beginnen aan de volgende oefening waarbij eerst weer het aantal te verdienen kaartjes wordt afgesproken. Als al de oefeningen zijn opgelost, probeert elke groep een zo lang mogelijke vraag- en antwoordenslang te maken. De groep die de langste slang heeft, is de winnaar.
differentiatie:
vraag- en antwoordenslang (vragen).docx
Voor meer leuke lesideeën surf je naar:
Een site met meer dan 100 leuke werkvormen voor het onderwijs.