De aanschaf van een kapitaalgoed (machine, gereedschap, gebouw) door een bedrijf noemen we investeren. (let op het verschil met de "verjaardagsdefinitie" --> ergens geld in stoppen in de hoop er meer uit te krijgen).
Als de school bijvoorbeeld 10 nieuwe LED televisies koopt om de roosterwijzigingen op te publiceren dan is dit dus een investering. Koop jij 10 nieuwe LED tv's, gewoon omdat het kan, dan is er sprake van consumeren.
Soms zorgen de investeringen er voor dat er minder personeel nodig is. Denk aan de zelfscanners in de supermarkt. Doordat je zelf je boodschappen scant en afrekent zijn er minder cassieres nodig. Zodra machines werk overnemen (en er dus minder werknemers nodig zijn) spreken we van mechanisatie.
Ook kan het zijn dat de machines het werk van de werknemers vergemakkelijkt. Denk aan een tilmachine voor hele zware stoeptegels. In dit geval spreken we van automatisering.
Let op: vaak is er bij een investering sprake van automatisering en mechanisatie. Denk aan een boer die vroeger 10 man in dienst had om het land te ploegen. Nu heeft deze boer een machine aangeschaft die het land voor hem ploegt. Dit is dus ten koste gegaan van werknemers (mechanisatie). Maar er is nog steeds iemand nodig die deze machine bediend. Voor deze persoon is het werk vergemakkelijkt (automatisering).