Stap1

Verhouding tussen vorst en adel
Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel:

KB: Verhouding tussen vorst en adel

Hieronder staan vijf zinnen over staatsvorming en centralisatie. De zinnen staan niet in de goede volgorde. In welke volgorde vormen de zinnen een logisch verhaal?

  1. De koning had veel geld nodig voor oorlogsvoering en het dure hofleven.
  2. Dat kwam omdat de macht gedeeltelijk in handen was van leenheren.
  3. Om de belastingopbrengsten omhoog te krijgen, moest het bestuur centraal geregeld worden.
  4. Die leenheren speelden 'koning' in hun eigen gebied.
  5. In de vroege Middeleeuwen had de koning niet alle macht over zijn gehele gebied.

Vergelijk jouw volgorde met de volgorde van een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens? Bespreek eventuele verschillen.