1.3 Sociale ontwikkeling

 

Afbeeldingsresultaat voor baby huilen

Bron: http://www.deopvoedcentrale.nl/2013/01/een-huilende-baby-en-nu/

De sociale ontwikkeling van een baby omvat het kijken, lachen, huilen etc. Het is voor de baby van levensbelang dat er interactie is tussen hem en de omgeving (zoals ouders/ verzorgers). Immers een baby kan niet voor z'n eigen eten en lichaam zorgen. Naarmate de baby ouder wordt, kan hij zich steeds gedifferentieerder uitdrukken; naast lachen als hij zich lekker voelt en huilen wanneer hij zich niet lekker voelt, ontstaan meerdere emoties.

Hier beneden staan een aantal sites die inzicht geven in het verloop van de sociale ontwikkeling:

 

Hier beneden staan een aantal video's over de sociale ontwikkeling bij baby's (van 0 tot 12 maanden):

 

Hechting

Hechting (Engels: attachment) is een belangrijk ontwikkelingsaspect voor het aangaan van alle hechte relaties in het verdere leven van een mens en is daardoor onderdeel van de sociale ontwikkeling. Doorgaans hecht een kind zich in eerste instantie aan de ouders, de primaire opvoeders. Ook zij hechten zich op hun beurt weer aan het kind. Bowlby (1907-1990) was een psychiater die veel onderzoek heeft gedaan naar hechting bij kinderen en het resultaat daarvan op latere leeftijd. Volgens hem is er na de geboorte een kritische periode in de hechting, dan verloept de hechting soepel; latere hechting kost meer tijd en gaat vaak minder goed.

Bowlby geeft aan dat er tussen de 2 en 6 maanden sprake is van beginnende gehechtheid. De baby is dan steeds meer gefocust op bekende volwassenen. Tussen de 6 en 8 maanden onstaat de feitelijke gehechtheid. In deze fase is de baby vooral gericht op enkele volwassenen, als het goed is zijn dat zijn ouders of verzorgers. Deze fase wordt ook wel de differentiatiefase genoemd, omdat de baby onderscheid maakt tussen bekende en onbekende mensen.

Tussen de 8 en 18 maanden bevindt de baby zich in de oefenfase. De baby richt zich soms bewust van de ouder/ verzorger af (verbreekt de band). Dit zijn de eerste tekenen van het experimenteren met de eigen autonomie.

Vervolgens komt het kind in de toenaderingsfase (1,5 tot 2 jaar), waarin het nog meer gaat experimenteren met de eigen wil. Het kind keert zich geregeld af van zijn ouders/ verzorgers, maar kan zich ook heel afhankelijk opstellen en juist meer toenadering willen. In deze fase leert het kind dat het zowel een eigen persoon is met een eigen wil, maar dat zijn ouders/ verzorgers ook lieve mensen zijn bij wie het graag wil zijn. Dit kan samen gaan.

Wil een baby/ kind kunnen experimenteren met die eigen autonomie en zich af en toe bewust afkeren van de ouders/ verzorgers (zelf kleine dingen bepalen) dan is een veilige hechting als basis essentieel. Dan alleen heeft het het vertrouwen dat dit mogelijk is en dat het altijd weer 'opgevangen' wordt door zijn liefdevolle ouders/ verzorgers. De baby voelt zich veilig om dit te doen.

Hieronder staan de verschillende hechtingsstijlen beschreven. Responsief ouderschap is van belang bij het bewerkstelligen van een veilige hechting:

Bron: Tielemans (2015).


Ook andere vergelijkbare indelingen worden gehanteerd, zoals in het volgende filmpje: