Bron: pixabay.com
Jongvolwassenen leiden vaak een hectische leven met drukke levenstaken: het vinden en behouden van werk, het zoeken van een partner, het onderhouden van vriendschappen en het eventueel hebben van een gezin met (jonge) kinderen. Ze laten zich leiden door idealen en willen graag iets betekenen voor de maatschappij, zaken anders doen etc. Het gevoelsleven is nog heftig en labiel. Voor het gevoel van eigenwaarde is men afhankelijk van de omgeving.
Rooijendijk (2011) benoemt dat hierna de organische fase begint. De jeugd is voorbij, een impulsieve instelling maakt plaats voor een verstandelijke instelling (voornamelijk doordat ze gewoonweg tijd te kort komen, door het krijgen van kinderen etc.). Wel blijft men nog prestatiegericht en materialistisch. Het is voor velen een heldere en concrete levensfase. Men houdt zich meer bezig met het vervullen van plichten dan met het vervullen van emotionele behoeften. Het gevaar van verharding en egoïsme is aanwezig.
Erikson: sociaal-emotioneel isolement vs intimiteit en afhankelijkheid
Middelbaar volwassenen hebben vaak te kampen met zorg voor kinderen in de adolescentiefase en ouders die meer zorg nodig hebben (sandwichgeneratie). Het werk is vaak weer stabieler in deze levensfase.
Rooijendijk (2011) benoemt het eerste deel van de middelbare volwassenheid de tweede helft van de organisatorische fase. Men is realist geworden, er is weer wat meer rust en de twijfel slaat toe; er ontstaat een crisis der waarden (wat vind ik nu belangrijk in het leven?). Ook in de relatie kan dit voorkomen.
Vanuit hier ontsaat de volgende fase, de wissel. Of men houdt vast aan de waarden van de prestatiegerichte, materialistische wereld óf men staat open voor het vervullen en ontdekken van persoonlijke behoeften. In deze fase vindt doorgaans de menopauze bij de vrouw plaats. Na de wissel wordt de intensiteit van de crisis milder. Wanneer men nieuwe waarden heeft gevonden, voelt dit als een bevrijding. Wanneer men geen nieuwe waarden heeft gevonden als ouder wordende mens, voelt iedere jongere als een bedreiging. Kinderen zijn doorgaans de deur uit.
Erikson: zorg voor de volgende generaties vs stagnatie in ontwikkeling (generativiteit)
Ouderen hebben vaak wijsheid (crystalised intelligence), maar weten ook dat de grootste periode van deelname aan het sociale leven terug zal lopen. Zij kunnen angstig worden voor eenzaamheid of spijt hebben van de zaken die ze niet uit het leven hebben gehaald.
Erikson: ego-integriteit vs wanhoop.
Opvoedstijlen (horende bij de fase van jongvolwassenheid en ouderen):
Er zijn 4 verschillende opvoedstijlen op grond van de mate van betrokkenheid (liefde) en controle door ouders:
Bron: http://www.jekleintje.nl/opvoeding/verschillende-opvoedingsstijlen-en-waarom-zijn-ze-belangrijk