Het gemiddelde van een stel waarden ligt "midden" tussen die waarden in. De
waarden die kleiner zijn dan het gemiddelde wijken tezamen evenveel van dat
gemiddelde af als de waarden die groter zijn dan het gemiddelde.
Het gemiddelde kan worden berekend door alle waarden op te tellen en de som
te delen door het aantal waarden. Als een waarde met een zekere frequentie
voorkomt, moet die waarde zo vaak geteld worden als de frequentie bedraagt.
Ook kan men een schatting maken voor het gemiddelde, alle afwijkingen ten
opzichte van die schatting nemen (positief en negatief), de gemiddelde afwijking
berekenen en die optellen bij de schatting.