Variatie in genotypen

Zoals je eerder hebt geleerd, planten veel planten en dieren zich geslachtelijk voor. Dit betekent dat de nakomelingen genetisch materiaal van de moeder en de vader krijgen. Deze combinatie vormt het genotype van een organisme. Door geslachtelijke voortplanting en door mutaties ontstaat er variatie in genotypen.

Ook heb je geleerd dat fenotypen ontstaan door de combinatie van een genotype en door het milieu. Als er door geslachtelijke voorplanting en door mutaties nieuwe genotypen ontstaan, dan ontstaan er ook nieuwe fenotypen. Bij mensen komt er ook een grote variatie in fenotypen voor.

Bij de oude ontdekkingsreizigers werdt het al snel duidelijk dat er veel variatie in mensen is op de wereld.