Fossielen

Wanneer een dier sterft en wordt bedekt door sediment kan het hele dier of een afdruk van dat dier veranderen in een fossiel. Een fossiel wordt gemaakt wanneer het dode dier wordt bedekt door kleine deeltjes klei of zand (sediment). De harde delen van een dier veranderen dan in steen of laten een afdruk achter.

Kijk het filmpje hieronder (actie vanaf 0:25).

Helaas worden er zelden complete fossielen gevonden, omdat vaak delen van het dier verloren zijn geraakt door predatie, stroming of geologische processen. Ook vergaan zachte delen vaak te snel om te fossiliseren. Uit deze incomplete fossielen worden daarom een reconstructie gemaakt om een voorstelling te maken hoe het organisme eruit heeft gezien. Zoals je je wel kunt voorstellen is het erg lastig om bijvoorbeeld iets over de kleur van een organisme te zeggen.

Over het algemeen geldt de regel dat hoe dieper je graaft, hoe ouder de fossielen worden. Zo kan worden bepaald wanneer uitgestorven organismen ongeveer hebben geleefd. Ook worden vaak fossielen van bepaalde soorten zoals dinosauriĆ«rs gevonden in bepaalde aardlagen en niet hieronder (ouder) of daarboven (jonger). Dit is het bewijs dat soorten ontstaan en weer uitsterven. Dit is een belangrijk argument voor de evolutietheorie.

Fossielen van bepaalde soorten worden vaak in bepaalde aardlagen aangetroffen.