Stap1

Investituurstrijd
De christelijke wereld in de Middeleeuwen viel ongeveer samen met het grondgebied van Europa. De paus stond aan het hoofd van de christelijke Kerk.

Omdat de Kerk een belangrijke rol speelde in het leven had de paus veel macht. Toch was die macht niet altijd even vanzelfsprekend. Ook de koningen hadden veel macht en kregen soms ruzie met de paus.

Bestudeer uit de Kennisbank geschiedenis het volgende onderdeel:

KB: Investituurstrijd

Beantwoord de volgende zeven vragen.

  1. Waar of niet waar?
    In Europa was in de tweede helft van de Middeleeuwen het christelijk geloof het dominante geloof.
    1. Waar
    2. Niet waar
  2. Wie staat aan het hoofd van de christelijke kerk?
    1. de paus
    2. de bisschoppen
  3. Wie waren de twee partijen in de investituurstrijd?
    1. De Duitse vorst Hendrik IV en paus Gregorius VII.
    2. De Duitse bisschoppen en paus Gregorius VII.
  4. Wie benoemde de Duitse bisschoppen?
    1. De Duitse koning Hendrik IV.
    2. Paus Gregorius VII.
  5. Waar of niet waar?
    De paus wilde met de investituurstrijd bereiken dat bisschoppen ook leenmannen konden zijn.
    1. Waar
    2. Niet waar
  6. Waarom benoemde een vorst graag bisschoppen als leenman?
    1. Een bisschop kon geen wettelijke nakomelingen krijgen. Na zijn dood viel het leen dus weer terug aan de vorst.
    2. Een bisschop zorgde ervoor dat de boeren en horigen die op het land werkten christenen bleven.
  7. Wie won uiteindelijk de investituurstrijd?
    1. Paus Gregorius VII, de Duitse vorst Hendrik IV onderwierp zich aan de paus.
    2. De Duitse vorst Hendrik IV, de paus Gregorius VII trad af.