Macroscopisch waarnemen en microscopisch verklaren
We spreken van het macroscopisch niveau als we de waarneembare stof bedoelen. Macroscopisch gezien is water een kleurloze, heldere vloeistof, met bepaalde eigenschappen.
Op moleculair (of microscopisch) niveau is een hoeveelheid water alleen maar een enorme verzameling moleculen. Dit deeltjesmodel, uitgebreid met al zijn veronderstellingen over de eigenschappen van moleculen, is de huidige molecuultheorie. De molecuultheorie gaat uit van de volgende veronderstellingen:
Elke stof is opgebouwd uit moleculen, die kenmerkend zijn voor die stof.
Moleculen van een stof zijn voortdurend in beweging.
Er is lege ruimte tussen de moleculen.
Moleculen bewegen gemiddeld sneller als de temperatuur stijgt.
Moleculen oefenen krachten op elkaar uit.
In de scheikunde moeten we als het ware 'heen en weer' kunnen denken: enerzijds een stof zien zoals deze zich aan ons voordoet, anderzijds in gedachten de stof kunnen 'zien' als een onvoorstelbaar grote verzameling moleculen.
Zo is een watermolecuul niet nat. En een watermolecuul is ook niet vloeibaar. 'Nat' en 'vloeibaar' zijn begrippen uit de macroscopische wereld. In de moleculaire wereld hebben deze begrippen geen betekenis.
IJs, water en waterdamp: macroscopisch en microscopisch Bron: Petrucci, General Chemistry