Witte deur = verdiepende stof

Je bent nu aanbeland bij de verdiepende opgaven over het meewerkend voorwerp. Als uit de formatieve toets blijkt dat je voldoende kennis hebt over het meewerkend voorwerp, word je doorverwezen naar de opgaven achter de witte deur. Moest jij eigenlijk de basis nog extra oefenen? Ga dan naar de opgaven achter de gele deur.

Oefening: Maak zelf zinnen met een meewerkend voorwerp
Gebruik de volgende woorden in een zin. Zorg dat er een meewerkend voorwerp in staat. Onderstreep het meewerkend voorwerp.

Voorbeeld:
Ik - cadeau - zus - gisteren
Zin: Ik gaf mijn zus gisteren een boek cadeau.

Nu jij!


Woorden Zin Meewerkend voorwerp
leraar - leerlingen - onvoldoende - proefwerk    
vorige week - bekeuring - fietsers - politie    
gaf - klap - vriend - klasgenoot    
gemeente - brief - inbraakgevaar - inwoners -     waarschuwen    
oma - kleinkind - speelgoed - verjaardag    
mij - jas    
uitgeleend - scooter - mijn broer    
meubelmaker - prijs - uitgereikt - stoel    
keuken - gegeven - oom - opknapbeurt    
te laat - je moeder - telefoontje