Als je het meewerkend voorwerp in een zin wilt vinden, kun je daarvoor eerst het gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp opzoeken. Weet je het nog? Als denkt dat je het nog weet, kan je gelijk doorgaan naar de onderstaande vraag om je kennis te testen. Als je twijfelt, bestudeer dan onderstaande items in de Kennisbank:
KB: Grammatica: Het werkwoordelijk gezegde
KB: Grammatica: Het onderwerp
KB: Grammatica: Het lijdend voorwerp
Bestudeer nu uit de Kennisbank Nederlands het volgende onderwerp:
KB: Grammatica: Het meewerkend voorwerp
Maak de volgende oefening en eindig met de vraag. Als blijkt dat je de vraag toch moeilijk vindt en/of je de vraag niet goed hebt beantwoord, lees dan nog een keer de theorie.
Zinsontleding
Weet je nog wat zinsontleding is?
Neem de tekst hieronder over en vul de ontbrekende woorden in.
Kies uit: meewerkend - werkwoordelijk - lijdend voorwerp - persoonsvorm - naamwoordelijk
Om de ..... in een zin te vinden, kun je de zin van tijd veranderen. De persoonsvorm plus alle andere werkwoordsvormen zijn samen het ..... gezegde. Het ..... gezegde bestaat uit een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel. In een naamwoordelijk gezegde staat altijd een koppelwerkwoord. Om het ..... te vinden stel je de wie/wat vraag + persoonsvorm + onderwerp en de rest van het werkwoordelijk gezegde. Het ..... voorwerp is een zinsdeel dat met 'aan' of 'voor' begint of waar je 'aan' of 'voor' voor kunt zetten. |