Kloktijden

De tijd in het Duits te kunnen zeggen of te kunnen verstaan is belangrijk. Ook voor het organisren van een feest moet je weten wat de kloktijden zijn. Meestal zeg of schrijf je hoe laat je feest begint en wanneer het is afgelopen. Vandaar wat extra informatie over de kloktijden in het Duits. Ze lijken gelukkig op de kloktijden in het Nederlands.

Het is vier uur.  -   Es ist vier Uhr. (Dat is toch bijna hetzelfde niet?)

Om de kloktijden te kunnen zeggen heb je de getallen 1 t/m 12 nodig.

eins - zwei - drei - vier - fünf - sechs - sieben - acht - neun - zehn - elf - zwölf. Met deze getallen kun je al zeggen hoe laat het is op de hele uren. "Es ist eins Uhr - Es ist zwei Uhr - Es ist zwölf Uhr"

Het Duitse woord voor half is "halb". Het is half zes - Es ist halb sechs. (das ook niet lastig toch?)

Wat rest is een kwart, voor en over.

Kwart - Viertel (een vierde deel)

voor - vor

over - nach (na)

Het is kwart over vier wordt dus "Es ist Viertel nach vier"

Dan hebben we nog de vraag die altijd vooraf gat aan het noemen van de tijd: Hoe laat is het? - Wie spät ist es?

 

Maak nu de opdrachten 5A en 6

Geschatte tijd: 20 minuten

De kloktijden uitgelegd op video. https://www.youtube.com/watch?v=gTEUYfB3qgw