Een vlak figuur heeft een omtrek en oppervlakte.
Een ruimtelijke figuur heeft een inhoud.
Voor het berekenen van de omtrek, oppervlakte en inhoud kun je soms een formule gebruiken.
Geef, samen met een klasgenoot, antwoord op de volgende vragen.
1
Bedenk drie voorwerpen die je dagelijks gebruikt, waarvan één een kubusvorm heeft, één een piramidevorm en één een cilindervorm.
2
Is er in een kubus één langste lichaamsdiagonaal, of zijn er meerdere? En in een balk?
Kennisbank
Voor je aan de slag gaat met het beantwoorden van de vragen die horen bij deze opdracht, bestudeer je de theorie in de volgende items van de Kennisbank wiskunde.
KB: Driehoeken
KB: Ruimtemeetkunde