Vragen
Je ziet een afbeelding tijdens het NK m schaatsen voor vrouwen.
1. (2p)
Tijdens het schaatsen staat de schaatsster op een schaats.
Haar volledige gewicht van N rust dan op die schaats.
Het contactoppervlak met het ijs is dan cm
.
- Bereken de druk onder de schaats.
2. (3p)
De schaatsster (massa = kg) bereikt na een afstand van
m een snelheid van
km/h.
- Bereken de bewegingsenergie bij die snelheid.
Je ziet een tabel met gegevens over de rondetijden en het vermogen dat de schaatsster daarbij moet leveren.
3. (2p)
Zet in het diagram hieronder alle gegevens uit en teken de grafiek van het vermogen tegen de rondetijd.
4. (1p)
Bepaal en noteer hieronder het vermogen bij een rondetijd van seconden.
Vermogen = …………………….
5. (3p)
De schaatsster levert een spierkracht van N en rijdt met constante snelheid.
De luchtweerstand is van de totale wrijving.
- Teken hieronder de vector van de luchtweerstand én de vector van de wrijving met het ijs.
Noteer de grootte van de luchtweerstand bij de juiste vector.
6. (3p)
Om een ronde van m in een tijd van
s te schaatsen is een voortstuwende kracht nodig.
- Bereken deze kracht. Bereken eerst de geleverde energie.