Vragen
Hoite heeft een orgel ontworpen dat werkt op de golven van het zeewater.
De tonen ontstaan doordat het golvende water lucht door de buizen perst.
1. (1p)
Hoite kan de buizen korter of langer maken. Hiermee verandert hij de toon.
Dit kun je vergelijken met het gebruiken van de korte en lange snaren van een harp.
Hieronder staan twee zinnen over het gevolg van het langer maken van een buis.
- Omcirkel in elke zin de juiste mogelijkheid.
Als Hoite de buis langer maakt, klinkt de toon hoger / lager.
De frequentie van de toon is dan groter / kleiner.
2. (3p)
Met een geluidssensor en een oscilloscoop is één toon van het orgel zichtbaar gemaakt.
- Bereken de frequentie van deze toon.
3. (1p)
Welke grootheid van het geluid verandert als de lucht tijdens een storm harder door de buizen geperst wordt?
A amplitude
B frequentie
C toonhoogte
D trillingstijd
Hoite geeft een concert met het brulboeiorgel. Een dB-meter naast Hoite geeft dB aan.
4. (1p)
In welke zone ligt dit geluidsniveau?
A rustig
B indringend
C zeer hinderlijk
D zeer luid
E extreem luid
5. (1p)
Hoite bespeelt het orgel zonder gehoorbescherming. Hij mag dit maar een bepaalde tijd doen om geen gehoorbeschadiging op te lopen.
- Noteer deze maximale tijdsduur. Gebruik de tabel ‘Maximale blootstellingsduur’ in BINAS.
6. (2p)
Een dB-meter op meter afstand van het orgel geeft
dB aan.
Bij verdubbeling van de afstand neemt het geluidsniveau met 6 dB af. |
- Bereken op welke afstand het geluid van het orgel nog maar dB is.