|  | De huid | 
| Mechanische bescherming/afweer De eerste afweer tegen ziekteverwekkers. Aan de buitenkant van het lichaam. Bij de mens bijvoorbeeld huid en slijmvlies. | 
| Hoornlaag Bovenste laag van de opperhuid. Bestaat uit dode cellen. | 
| Kiemlaag Onderste laag van de opperhuid. Hier worden nieuwe huidcellen gedeeld. | 
| Pigmentcellen Pigment bestaat uit pigmentcellen die een kleurstof bevatten die de gevaarlijke UV straling kunnen opnemen. | 
| Zintuigcellen Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. In deze cellen worden prikkels omgezet in impulsen. | 
| Tastzintuig Geeft informatie over de structuur van wat je aanraakt (is het bijvoorbeeld ruw of glad). | 
| Pijnzintuig Waarschuwt als je huid beschadigd dreigt te worden. | 
| Drukzintuig Geeft informatie over de hardheid/zachtheid of breekbaarheid van wat je aanraakt. | 
| Koudezintuig Geeft informatie over de kou van wat je aanraakt. | 
| Warmtezintuig Geeft informatie over de warmte van wat je aanraakt. | 
| Zweet Vocht uit zweetklieren. Deze klieren zitten in je huid. Door zweten kan je lichaamstemperatuur geregeld worden. | 
| Voelen Het waarnemen van aanraking, druk, warmte of kou. | 
| Organisme Een levend wezen. Bijvoorbeeld een bacterie, schimmel, plant, dier of mens. |