Stap 3: Vrouwenkiesrecht

Poster uit 1918,
ontwerp: T. Molkenboer

In het buitenland is Aletta vooral bekend om haar ideeën over geboortenregeling.
In Nederland kennen we Aletta vooral van haar strijd voor het vrouwenkiesrecht.

In de jaren vóór 1848 wordt Nederland geregeerd door een absoluut vorst.
In 1848 verandert dat. De leden van de Tweede Kamer worden vanaf dat moment gekozen door de mensen die mochten stemmen: de inwoners van het land.
Dat waren de mensen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden.
Dat kwam neer op 10% van alle mannen in Nederland.
Het waren alleen mannen, omdat zij belasting betaalden.

Aletta is arts. Ze heeft voldoende inkomen en betaalt belasting.
Ze zou dus mogen stemmen. In 1883 stapt ze naar de Amsterdamse gemeenteraad voor een plaats op de kiezerslijst.
De gemeenteraad zegt tegen haar dat een vrouw geen burgerrechten heeft, en dus ook geen stemrecht.

Jacobs gaat naar de Amsterdamse rechtbank. Die moet maar beslissen of ze mag stemmen.
Het helpt niet. Dan gaat ze naar de Hoge Raad. Dat is de hoogste rechtbank van Nederland.
Ook de Hoge Raad besluit dat ze niet mag stemmen. Het is de man die belasting betaalt en dus heeft de vrouw geen stemrecht.

Maar voor de zekerheid wijzigen de politici de wet toch. Vanaf 1887 staat in de wet: “De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door mannelijke ingezetenen.”

Aletta is het er niet mee eens. Zij richt samen met andere vrouwen in 1894 de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) op. De vereniging heeft afdelingen in het hele land. Aletta wordt eerst presidente van de afdeling Amsterdam (in 1895) en later (in 1903) presidente van het landelijk bestuur.

Zij wordt 'het gezicht' van de strijd voor het vrouwenkiesrecht. Ze reist het hele land door en houdt lezingen. Ze organiseert congressen. Ze schrijft artikelen voor kranten en tijdschriften. Ze legt contacten met soortgelijke verenigingen in het buitenland. In 1911 en 1912 reist ze met de presidente van de Wereldbond van Vrouwenkiesrecht de hele wereld over.

Vanaf 1916 demonstreren vrouwen in Nederland elke dag voor het parlementsgebouw in Den Haag. Dat heeft succes.

In 1918 halen zij de eerste overwinning: vrouwen krijgen het recht om gekozen te worden (passief kiesrecht).
In 1919 komt het tweede succes: vrouwen hebben dezelfde rechten als mannen. In 1922 is het eindelijk zover. Dan zijn er voor het eerst verkiezingen in Nederland waarbij ook vrouwen naar de stembus gaan (actief kiesrecht).

Vragen:

  1. Het algemeen kiesrecht komt er in dezelfde periode als het vrouwenkiesrecht. Noem een overeenkomst tussen het algemeen kiesrecht en het vrouwenkiesrecht. Noem ook een verschil tussen beide.
  2. In het filmpje geeft Aletta aan dat de wereld er heel anders uit zal zien als vrouwen ook mogen stemmen. Wat bedoelt ze?
  3. Waarom zou de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht haar naam in 1920 hebben veranderd in Vereniging voor Staatsburgeressen?