Hieronder zie je de kieming van een zaad en de groei van het kiemplantje.
1. Wanneer je de gegevens in een tabel wilt weergeven moet je beslissen wat op de 1e rij hoort
te staan en wat op de 2e rij.
Op de tweede rij staat altijd wat je berekent of meet. In dit geval dus de lengte van het
kiemplantje of de lengte van de wortel. Op de eerste rij staat de variabele, in dit geval de tijd.
of
Vaak kun je ook tabellen combineren. Dit is mogelijk als de 1e rij gelijk is.
2. Je vult vervolgens de eerste rij in.
In dit geval vul je alle tijdstippen in dat je gemeten hebt hoe lang de wortel en het kiemplantje
zijn.
3. Daarna vul je alle meetwaarden in.
Let erop dat je steeds in cm meet. Alles in mm mag natuurlijk ook, maar dan maak je de titel
van de 2e en 3e rij ook anders.
Let er ook op dat je de meetwaarden van de 1e dag ook bij de kolom van dag 1 invult en die
van de 2e dag in de kolom van dag 2 etc.
4. Als laatste geef je de tabel een passende titel.
Deze stap wordt wel eens weggelaten bij een xy-grafiek. Dit krijg je later bij wiskunde.