In een grafiek wordt het verband tussen twee grootheden weergegeven.
Een grootheid is iets wat je kunt meten.
Voorbeelden zijn lengte, oppervlakte, temperatuur, tijd, inhoud en snelheid.
De bijbehorende eenheid is de maat waar je de grootheden in meet.
Voorbeelden zijn meter, m2, °C, jaar, liter en km/u.
Door het verband van twee grootheden in een grafiek weer te geven, kun je aflezen hoe de twee grootheden met elkaar samenhangen.
Zie bijvoorbeeld hieronder een grafiek van de totale hoeveelheid gereden kilometers met de auto in Italië.
Deze grafiek kun je opdelen in verschillende stukken:
stukken waar de grafiek stijgt;
stukken waar de grafiek daalt;
stukken waar de grafiek constant is.