Nouns. Countable nouns. Uncountable Nouns.

Many? Much?

De woorden ‘much’ en ‘many’ betekenen in het Engels allebei ‘veel’. Toch kun je ze niet zomaar door elkaar gebruiken. Hier zijn in het Engels duidelijke regels voor. Wanneer gebruik je nu ‘much’ en wanneer ‘many’? Je moet hiervoor kijken naar het woord dat erachter komt. Net als in het Nederlands is dat meestal een zelfstandig naamwoord, in het Engels een ‘noun’.

 

Nouns

Zelfstandige naamwoorden, in het Engels 'nouns', zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aangeven; dat kunnen concrete zaken zijn (mensen, dieren en dingen, dus zaken die je kunt aanraken), maar ook abstracte zaken (gevoelens of ideeën, die je niet kunt aanraken).

 

Voorbeelden van zelfstandig naamwoorden/'nouns' zijn:

 

 

Nederland

Engels

Mensen/People

man, meisje

man, girl

Dieren/Animals

hond, paard

dog, horse

Dingen/Things

auto, geld

car, money

Gevoelens/Feelings

liefde, geluk

love, luck

 

 

 

Countable nouns

Een aantal zelfstandig naamwoorden die hierboven staan kun je in het meervoud zetten, zoals man, meisje, hond, paard en auto. In deze gevallen krijg je mannen, meisjes, honden, paarden en auto’s. De betekenis van het woord verandert niet, alleen de hoeveelheid. In het Engels noemen ze deze zelfstandig naamwoorden die je kunt tellen ‘countable nouns’.

 

Uncountable nouns

Een aantal van de bovenstaande zelfstandig naamwoorden kun je NIET in het meervoud zetten zonder dat de betekenis verandert. Dit zijn de woorden geld, liefde en geluk. Als je deze woorden in het meervoud zet, zijn het niet meer abstracte zaken, maar worden ze concreet. Je kunt ze dan ook NIET tellen. In het Engels noemen ze dit type zelfstandig naamwoorden daarom ‘uncountable nouns’.  De meeste 'uncountable nouns' vallen in onderstaande groepen:

 

Eten en drinken

bread, butter, meat, tea, rice

Materialen

water, oil air, plastic, paper, wood

Gevoelens en concepten

love, anger, work, education, advice

Activiteiten

swimming, shopping, cycling

Groepen van gelijke zaken

money, luggage, furniture

 

In de eerste oefening (Exercise 1) mag je laten zien dat je het verschil weet tussen 'countable nouns' en 'uncountable nouns'. (druk op 'Volgende').