Vragen
1. (1p)
De meeste auto’s op de weg gebruiken als brandstof benzine, dieselolie of LPG.
Tijdens het rijden stoten deze auto’s schadelijke verbrandingsgassen uit.
- Noteer één van deze verbrandingsgassen mét het bijbehorende milieueffect.
2. (1p)
Steeds meer fabrikanten ontwikkelen elektrische auto’s. Deze stoten geen verbrandingsgassen uit.
- Waarom is het gebruik van elektriciteit als energiebron niet altijd goed voor het milieu?
Er is een alternatief voor de elektrische auto. Dit is een auto met een motor die werkt op perslucht.
3. (1p)
De druk in de volle tank is MPa.
Hoeveel keer is de druk in de tank groter dan de standaard druk?
Gebruik de tabel ‘Veel gebruikte waarden’ in BINAS.
A keer
B keer
C keer
D keer
Je ziet een afbeelding van het chassis (onderstel) en de carrosserie (de opbouw).
4. (3p)
In het chassis van de auto is dm
aluminium verwerkt.
- Bereken de massa van het aluminium in het chassis.
5. (1p)
De carrosserie van deze auto is gemaakt van een kunststof die versterkt is met glasvezel.
Dit materiaal heeft een lage dichtheid.
- Noteer nog een stofeigenschap die de kunststof met glasvezel geschikt maakt als toepassing voor de carrosserie.
6. (2p)
Je ziet enkele gegevens van de persluchtauto.
Maximumsnelheid | |
actieradius* | |
massa | |
vermogen |
*maximaal af te leggen afstand, gemeten bij de maximumsnelheid
- Bereken de tijd dat deze auto op maximumsnelheid kan rijden.
7. (2p)
De massa van de persluchtauto is kleiner dan die van een elektrische auto.
Over het voordeel van de kleinere massa van de persluchtauto staan hieronder twee zinnen.
- Omcirkel in elke zin de juiste mogelijkheid.
Bij het optrekken heeft een kleinere massa een voordeel, dat volgt uit de formule
Tijdens het rijden met constante snelheid zorgt een kleinere massa voor een kleinere
rolwrijving | luchtwrijving | nettokracht |