• Wanneer?
– Bij levens ervaringen/dingen die je in je leven hebt meegemaakt – bijv. My brother has been to Mexico three times.
– Iets duurt nog steeds voort (maar het is begonnen in het verleden) – bijv. I have worked at McDonald’s for 3 years
* Bij een aanduiding van verleden tijd moet je de verleden tijd gebruiken– bijv. Last year, I went on a vacation.
**Aan de (signaal) woorden in de tabel beneden kun je zien welke tijd (tense) je moet gebruiken.
Since, already, lately, 3 years/months/weeks/days etc.
|
Tijdsaanduiding
|
= Present perfect
|
Just, already, ever, never, not yet
|
Tijdsaanduiding
|
= Present perfect / past perfect
|
Yesterday, last year, two weeks ago, etc,
|
Tijdsaanduiding van verleden tijd
|
= Past simple
|