Hoeveel bloed je hebt hangt af van je gewicht, maar dit is ongeveer 5 liter.
In buisje 2, van afbeelding 1, zie je een buisje met bloed. In buis 1 van afbeelding 1 zie je bloed ddatt bestaat uit bloedplasma en bloedcellen. Bloedplasma is de lichtgele vloeistof die bovenin buis 1 zit. Onderin zitten de bloedcellen, de meeste daarvan zijn rode bloedcellen. De rode bloedcellen geven het bloed een rode kleur. In afbeelding 2 zie je de rode bloedcellen.
Bloed vervoert zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren en andere organen in het lichaam. Het bloed voert afvalsstoffen van de organen af. Bloedplasma vervoert de voedingsstoffen en afvalstoffen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
Je bloed stroomt door de bloedvaten. De bloedvaten vormen samen met het hart het bloedvatenstelsel. Er zijn drie soorten bloedvaten (zie afbeelding 2).
1: Slagaders brengen het bloed van je hart naar de organen. De grootste slagader is de aorta (zie afbeelding 2). Vanuit de aorta gaan kleine slagaders naar alle organen in het lichaam. In je pols of hals voel je het kloppen van zo'n kleine slagader.
2: Haarvaten zijn hele dunne bloedvaatjes. Ze zitten in alle organen. Door de dunne wanden van de haarvaten kunnen gemakkelijk zuurstof en voedingsstoffen de organen in gaan. De haarvaten komen weer bij elkaar in de aders.
3: Aders vervoeren het bloed vanaf de organen weer terug naar je hart. De kleinere aders komen bij elkaar in de holle ader. De holle ader komt in het hart uit (zie afbeelding 2). Aders voel je niet kloppen. Aders hebben kleppen aan de binnenkant. Hierdoor stroomt het bloed de juiste kant op.
Het hart is het begin en het einde van twee bloedsomlopen. Die zie je in afbeelding 3.
1: Kleine bloedsomloop.
De kleine bloedsomloop maakt het rondje: Hart -> longen -> hart. Het hart pompt het bloed via de longslagader naar de longen. In de longne gaat zuurstof uit de lucht die je inademt het bloed in. Het bloed is dan zuurstofrijk en stroomt via de longader terug naar je hart.
2: Grote bloedsomloop.
De grote bloedsomloop maakt het rondje: Hart -> organen (alle organen in het lichaam) -> hart. Het hart pompt het zuurstofrijke bloed door de slagaders naar de organen in het lichaam. In de haarvaten van de organen geeft het bloed zuurstof af. Het bloed heet dan zuurstofarm, het zuurstofarme bloed stroomt verder door de aders. Alle aders komen samen in de holle ader, via de holle ader stroomt het bloed terug naar het hart. In afbeelding 4 zie je de bloedsomloop in het lichaam getekend.