Uitleg

Hoe haal je adem?

In rust adem je ongeveer 15 keer in en uit. Als je ademhaalt wordt je borstholte eerst groter en dan weer kleiner. Je borstholte wordt groter en kleiner doordat je ribben en middenrif bewegen. Dit komt doordat je longen met een vlies aan je borstholte vast zitten.

Inademing

  1. Je ribben gaan omhoog en je middenrif wordt platter.
  2. Je borstholte wordt groter
  3. Je longen worden groter
  4. Er stroomt lucht naar binnen: je ademt in.

Uitademing:

  1. De ribben zakken weer naar beneden en het mddenrif wordt bol.
  2. De borstholte wordt kleiner
  3. De longen worden kleiner
  4. De lucht wordt naar buiten geperst: je ademt uit.

Afbeelding 1: Inademen en uitademen

Hoe  komt lucht in je longen?

Als je inademt, gaat de lucht door je neus of mond naar binnen. In je neus wordt de lucht schoon, vochtig en warm gemaakt. Dit doen de neusharen en het neusslijmvlies. Je neusslijmvlies zit aan de binnenkant van je neusholte. De lucht gaat na de neusholte of mondholte door de keelholte en de luchtpijp naar je longen. In afbeelding 2 zie je alle organen die je gebruikt bij de ademhaling. Samen vormen ze het ademhalingsstelsel.

De luchtpijp vertakt zich in twee bronchiĆ«n. In de longen vertakken de bronchiĆ«n zich tot steeds kleinere buisjes: de luchtpijptakjes. Aan het eind daarvan zitten de longblaasjes. Daarin komt de lucht die je inademt uiteindelijk terecht. Je hebt miljoenen van deze longblaasjes. 

Afbeelding 2: De longen, een vanbuiten en een vanbinnen

Hoe komt zuurstof in je bloed?

Zuurstof uit de lucht komt in je bloed. Dit gebeurt in je lichaam volgens de volgende stappen: 

Het bloed vervoert de zuurstof naar alle cellen in je lichaam. Zuurstof is nodig voor de verbranding, hierbij wordt het omgezet naar koolstofdioxide vrij en dat gaat weer in het bloed. De koolstofdioxide (CO2) gaat vanuit het bloed door de wand van het bloedvaatje en door de wand van de longblaasjes naar de buitenlucht. Je ademt dus lucht met zuurstof in en lucht met koolstofdioxide (CO2) uit.

Afbeelding 3: Zuurstof in en koolstofdioxide uit het bloed