Sterke en zwakke werkwoorden

Weet je nog het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Veel werkwoorden krijgen in het voltooid deelwoord de letters "ge" erbij. In onderstaande voorbeelden kan je dat zien. In het voltooid deelwoord kunnen werkwoorden ook beginnen met "be" "ver" "ont" of "her" .

Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden waarbij de klank niet verandert in de verleden tijd.

In het voltooid deelwoord eindigen zwakke werkwoorden vaak op een "d" of een "t"

Voorbeelden:

Fietsen                   Gefietst

Botsen                   Gebotst

Vernietigen            Vernietigd

Knielen                  Geknield

Telefoneerde         Getelefoneerd

Beschuldigen        Beschuldigd

Sterke werkwoorden zijn werkwoorden waarbij de klank wel verandert in de verleden tijd

In het voltooid deelwoord eindigen sterke werkwoorden vaak op "en".

Voorbeelden:

Bevriezen        Bevroren

Drinken           Gedronken

Snijden            Gesneden

Berijden           Bereden

Schrijven         Geschreven