Voltooid deelwoord

Wat is voltooid deelwoord ook alweer? Je hebt dit waarschijnlijk al eerder geleerd op school, maar misschien is dat alweer een tijdje geleden. Tijd om het nog eens allemaal op een rijtje te zetten.

Je spreekt van een voltooid deelwoord, wanneer iets al gebeurd is. Het is klaar, voorbij, over....
Om aan te geven of iets VOLTOOID is, gebruik je een voltooid deelwoord in een zin.

 

Voorbeelden:​
FietsenAnne is aan het fietsen  Pijl naar rechts  Het fietsen gebeurt op dit moment                         
Anne heeft gefietst        Pijl naar rechts   Anne was aan het fietsen en is nu thuis (voltooid deelwoord)

Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin.
Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer.

Voltooid deelwoorden komen altijd samen met de hulpwerkwoorden "hebben" of "zijn". Het hulpwerkwoord "worden" komt ook vaak voor. 

Voorbeelden:

Ben heeft gevist

De drenkelingen zijn gered

De vissen worden gevoerd

Opa is gebeld

Jannes wordt beroofd

Fred heeft getraind