Vooraf

Wat ga je doen?

 

Je werk in een groepje van drie aan een werkstuk waarin je een Nederlands landschap uitdiept. Het werkstuk bestaat uit een correcte beantwoording van hoofdvraag en deelvragen over dat landschap.Je kiest uit één van de volgende landschappen

 

Landschappen die in het Holoceen zijn gevormd...

1. Zeekleilandschap: de kwelders en ingedijkte polders van Zeeland en Noord-Groningen,

                                   of Eemvallei.

http://www.hetzeeuwselandschap.nl

2. Duinlandschap:      de Hollandse Kust van Zuid- en Noord Holland. Zie http://www.kennemerduinen.nl

3. Veenlandschap:     West- Nederland

of hoogveen van Drente (bij Hoogeveen en Emmen)

4. Rivierenlandsch:     Bijv. de Betuwe of het Land van Maas en Waal.

 

Landschappen die vanaf het Pleistoceen werden gevormd...
5. Stuwwallen:            Utrechtse Heuvelrug, t Gooi, de Veluwe of Salland.
6. Zandlandschap:      vlakke dekzandgebieden: Noord Brabant, de Achterhoek.

Zie ook http://www.drentslandschap.nl

7. Lösslandschap:      het heuvellandschap van Zuid-Limburg.

 

Belangrijk onderdeel is het ontwerpen van een landschappelijke route door jullie landschap. Dit kan gemakkelijk in Google Maps (my maps).