Luchtdruk - wind

De luchtdruk op aarde is niet overal gelijk. Hoe hoger je in de atmosfeer komt, hoe lager de luchtdruk. Je zegt ook lucht wordt ijler.

Maar ook als je op dezelfde hoogte blijft, is de luchtdruk niet steeds hetzelfde. Verschillen in luchtdruk ontstaan onder andere door temperatuurverschillen tussen plekken op aarde.
Door de verschillen in luchtdruk ontstaat er wind. Lucht stroomt van gebieden met een hoge luchtdruk naar gebieden met een lagere luchtdruk. Bij een groot verschil in luchtdruk stroomt er veel lucht: je krijgt wind met een grote windsnelheid.

Gebieden met een lage luchtdruk noem je depressies. Bij een depressie hoort slecht weer: bewolking, regen en harde wind. In een hogedrukgebied is de druk hoog vergeleken met de omgeving. Lucht stroomt van boven naar beneden. Dat zorgt voor mooi, rustig weer met vaak weinig bewolking.