Als een radioactieve stof radioactieve straling uitzendt, blijven er minder instabiele atomen over.
De radioactieve stof gaat daardoor in de loop van de tijd steeds minder radioactieve straling uitzenden.
De radioactiviteit van een stof kun je meten met een geigerteller.
De halveringstijd van een radioactieve stof is de tijd waarin het aantal instabiele atomen is gehalveerd.
Vaak wordt de halveringstijd uitgedrukt in een percentage.
Op het moment dat je begint te meten is de hoeveelheid 100%. Na een keer de halveringstijd is nog 50% over, na twee keer de halveringstijd is er nog 25% over, na drie keer de halveringstijd is er nog 12,5% over, enzovoorts.
De halveringstijd van radioactieve stoffen kan erg verschillen.
Van sommige stoffen is de halveringstijd slechts enkele seconden.
Van andere stoffen is de halveringstijd duizenden jaren.