Stoffen kunnen in drie verschillende fasen of aggregatietoestanden voorkomen: als vaste stof, als vloeistof of als gas.
In welke fase de stof voorkomt, hangt af van de temperatuur. Elke zuivere stof heeft zijn eigen smeltpunt en kookpunt.
Is de temperatuur lager dan het smeltpunt dan is de stof een vaste stof. De moleculen hebben een vaste plaats.
Is de temperatuur hoger dan het kookpunt dan is de stof gasvormig. De moleculen kunnen langs elkaar heen bewegen.
Bij een temperatuur tussen het smeltpunt en het kookpunt heb je een vloeistof. De afstand tussen de moleculen is groot.