Een tekst gaat altijd ergens over. Dat noemen we het onderwerp.
Je komt het onderwerp te weten door je af te vragen: waar gaat de tekst over?
Het onderwerp druk je uit in één woord of enkele woorden (niet in een zin).
De alinea's bespreken de verschillende kanten van dat onderwerp.
Die verschillende kanten noemen we deelonderwerpen. Het onderwerp van de hele tekst wordt verdeeld in deelonderwerpen.
Zo kan het onderwerp van een hele tekst 'openbaar vervoer' zijn.
In de alinea's worden dan bijvoorbeeld de drie deelonderwerpen 'soorten openbaar vervoer', 'dienstregeling en planning' en 'voordelen openbaar vervoer' besproken.
Boven een tekst staat een titel. De titel kan aangeven waar de tekst over gaat.
Maar een titel kan je ook nieuwsgierig maken door het onderwerp nog niet te verklappen.