LES 3 Verbranden
We gaan dit uur kijken naar allerlei verbrandingsreacties en hoe ze geblust moeten worden. Soms is het heel lastig om een brand te blussen, we zullen in dat geval het bij demoproeven laten.
Voorwaarden voor een verbranding:
· Brandstof
· Zuurstof
· Ontbrandingstemperatuur
De eerste voorwaarde gaan we niet nader bekijken. Het lijkt me nogal logisch dat er geen brand is als er geen brandstof is.
Zuurstof.
Proef 3 Wegnemen van zuurstof 1.
Benodigheden:
· Reageerbuis met 5 cm alcohol
· Indampschaaltje
· Aansteker
· Horlogeglas
Uitvoering:
Doe alcohol in het indampschaaltje. Steek de alcohol aan. Het is moeilijk te zien of de alcohol brand.
Vraag:
Hoe kun je dat op een veilige manier controleren?
____________________________________________________________
Leg een horlogeglas met de bolle kant naar beneden op het indampschaaltje.
Vraag:
Waarom gaat de alcohol uit?
____________________________________________________________
Proef 4 Wegnemen van zuurstof 2.
Benodigheden:
· Natriumbicarbonaat
· Theelepel
· Waxinelichtje
· Bekerglas 250 ml
· Bekerglas 200 ml (hoog model)
· Azijn
· Aansteker
Natriumbicarbonaat (NaHCO3) heeft als andere namen baking soda of zuiveringszout. Het stofje maakt met zuur CO2. Het is ook het werkbare deel van bakpoeder. Bij bakpoeder is ook nog een zuur in vaste vorm toegevoegd zodat je gasontwikkeling krijgt zodra er water is toegevoegd. Dit kan citroenzuur of wijnsteenzuur zijn.
Proefuitvoering:
Doe een brandend waxinelichtje in het bekerglas van 250 ml. Doe 1 cm azijn in het bekerglas van 200 ml. Laat het even bruisen. Giet het ontstane gas in het bekerglas waar het brandende waxinelichtje in staat.
Vraag:
Waarom gaat het waxinelichtje uit?
________________________________________________________
________________________________________________________
________________________________________________________
Zoals je weet van de jaarwisseling zijn er vele soorten vuurwerk. Maar hoe komt het vuurwerk aan verschillende kleuren? Deze kleuren worden veroorzaakt door verschillende kruitmengsels. Door aan dit kruit verschillende zouten toe te voegen, krijgt het vuurwerk een bepaalde kleur.
Met behulp van een vlamreactie ga je onderzoeken welk onbekend metaal-ion een zout bevat.
¨ brander
¨ glazen staafje met een platinadraad
¨ gedestilleerd water
¨ bariumchloride(s)
¨ calciumchloride(s)
¨ koper(II)chloride(s)
¨ natriumchloride(s)
¨ ijzer(III)chloride(s)
¨ veiligheidsbril
Zet je veiligheidsbril op, trek je labjas aan en doe die dicht.
Je ontvangt een glazen staafje met een platina draadje.
– Buig het uiteinde van het draadje tot je een oogje van ongeveer 2 mm hebt.
– Maak de platinadraad vochtig met wat water en kleef wat kristallen van één van de genoemde zouten aan de draad.
– Breng de draad in de zijkant van een kleurloze vlam en bekijk de kleur.
– Neem de tabel over en noteer de vlamkleur in tabel.
naam |
vlamkleur |
bariumchloride |
|
calciumchloride |
|
koper(II)chloride |
|
natriumchloride |
|
ijzer(III)chloride |
|
Proef 6 Ontbrandingstemperatuur.
Om stoffen te kunnen verbranden is een bepaalde temperatuur nodig. Meestal begint een stof te verdampen of ontleden voordat deze temperatuur bereikt wordt. De stoffen die dan ontstaan zijn vaak giftig. Dit is ook de reden dat bij brand slachtoffers rookvergiftiging oplopen.
Er zijn branden die bij lage temperatuur al kunnen starten. Vanwege het gevaar zal de docent een aantal demo-proeven laten zien.