De klas wordt verdeeld in twee groepen. Afhankelijk van het land waar je bij in bent gedeeld, ga je de volgende opdracht maken:
1. Jouw moeder is oorspronkelijk een Franse, je hebt dus familie in Frankrijk. Jij schrijft een brief aan een neefje of nichtje. Tijdens de oorlog was het contact verminderd, maar het is inmiddels 1919 en jullie schrijven weer brieven aan elkaar. Hoewel er oorlog was tussen de twee landen waarin jullie wonen, heeft dat nooit gezorgd voor een oorlog in de familie. De oorlog was een politiek probleem, geen familie probleem. Je vertelt aan je neefje of nichtje hoe in Duitsland tegen de oorlog en Verdrag van Versailles wordt aangekeken.
2. Jouw moeder is oorspronkelijk een Duitse, je hebt dus familie in Duitsland. Jij schrijft een brief aan een neefje of nichtje. Tijdens de oorlog was het contact verminderd, maar het is inmiddels 1919 en jullie schrijven weer brieven aan elkaar. Hoewel er oorlog was tussen de twee landen waarin jullie wonen, heeft dat nooit gezorgd voor een oorlog in de familie. De oorlog was een politiek probleem, geen familie probleem. Je vertelt aan je neefje of nichtje hoe in Frankrijk tegen de oorlog en het Verdrag van Versailles wordt aangekeken.
Succes!
