Het zenuwstelsel bestaat uit miljoenen zenuwcellen.
Elke zenuwcel is opgebouwd uit een cellichaam en een uitloper. De uitlopers kun je vergelijken met de koperen draden die in een huis de electrische stroom doorvoeren naar lampen en stopcontacten.
De signalen (impulsen) die door de uitloper van een zenuwcel gaan, zijn ook daadwerkelijk kleine stroompjes. Daarom zit er om de uitlopers een isolerend laagje (net als het gekleurde plastic bij een electriciteitsdraad).