Javascript versus PHP

PHP is net als JavaScript een scriptingtaal. Scripts maken een webpagina interactief. De manier waarop scripts worden uitgevoerd verschilt. Of in de browser van je computer of op een server.

Voor het schrijven van scripts die worden uitgevoerd in een browser gebruik je een client-side scriptingtaal, bijvoorbeeld JavaScript. Scripts die worden uitgevoerd op een server worden geschreven in server-side scriptingtalen, bijvoorbeeld PHP.

Wanneer een HTML-pagina wordt opgevraagd, zal de server waar de webpagina gehost wordt de gevraagde pagina direct doorsturen naar de client. Dit is de computer die gebruikt wordt om de webpagina te bekijken.

Stel dat in deze HTML-pagina een JavaScript-code is opgenomen, dan vindt de verwerking van het script in de browser van de client plaats en dus niet op de server waar de website wordt gehost. Het script wordt op je eigen computer uitgevoerd.

In een HTML-pagina waar PHP in verwerkt is, zal de server de opgevraagde pagina eerst moeten parsen. Het programma dat daarvoor gebruikt wordt, heet de parser. De parser converteert de ingevoerde code naar begrijpelijke structuur voor het programma. Pas als het script geparst is, stuurt de server de opgevraagde pagina naar de client toe.


Het verschil in hoe een client-side script en een server-side script wordt verwerkt, wordt duidelijk als de broncode van een opgevraagde pagina wordt bekeken.

In een HTML-document waarin JavaScript is verwerkt, krijg je na het opvragen van de broncode van het document het volledige script te zien.
In een HTML-document waarin PHP is opgenomen, zie je in de broncode slechts de uitvoer van het script en dus niet het volledige script zelf. Dat is ook logisch als je bedenkt dat de verwerking van het script op serverniveau plaatsvindt.