Inleiding

Moderne software is complex en het ontwikkelen ervan is een tijdrovende bezigheid.
Niet voor niets worden releases van nieuwe software vaak maanden uitgesteld om de laatste fouten eruit te halen.
Het schrijven van dergelijke computerprogramma’s wordt niet door één programmeur in een paar dagen gedaan, maar is het werk van een team programmeurs die daar soms een paar jaar mee bezig zijn.
De taken moeten verdeeld worden en daarom is het wenselijk het programma in min of meer los van elkaar te ontwikkelen delen te kunnen schrijven.

Ook kan er gebruik gemaakt worden van bouwstenen, zodat de programmeur niet ieder programmaonderdeel van de grond af hoeft te ontwikkelen.
Om bijvoorbeeld een knop te programmeren kan hij een bouwsteen voor een standaardknop gebruiken.
Die hoeft dan alleen maar aangepast te worden om de specifieke taak binnen het programma uit te voeren.

Uit het bovenstaande volgt dat het belangrijk is, dat een computerprogramma een duidelijke structuur heeft.
Daarom zijn er in de loop van de tijd verschillende methoden bedacht om een computerprogramma te structureren.
Je spreekt in dit verband van een programmeerparadigma.
In deze module ga je in op het paradigma, waarop Java is gebaseerd: het objectgeoriënteerde paradigma.