In de methode dobbel() staan twee statements.
In het statement double randomGetal = Math.random(); staat een aanroep van de methode random() uit de klasse Math.
Met deze methode kun je willekeurige getallen laten berekenen.
Dergelijke getallen worden toevalsgetallen of random getallen genoemd.
Elke keer als je de methode random() aanroept, levert dat een willekeurig reëel getal tussen 0.0 en 1.0 op (0.0 en 1.0 komen zelf niet voor).
In het statement worp = (int)(6*randomGetal)+1; staat een expressie waarvan het resultaat een getal uit de verzameling {1, 2, 3, 4, 5, 6} is.
Het resultaat van de expressie is van het type double.
De variabele worp, waarin het resultaat wordt opgeslagen, is van het type int.
In dit geval moet de programmeur in de programmacode aangeven dat er een conversie van double naar int moet plaatsvinden.
Dat kan door het woord int tussen haakjes voor de expressie te zetten.
We noemen dit een expliciete conversie of casting.
Statische methode Misschien is het je opgevallen dat de methode random() gebruikt wordt zonder dat er een instantie bestaat van de klasse Math. In plaats van een objectnaam wordt in de aanroep van de methode de naam van de klasse zelf genoemd. Een dergelijke methode heet een statische methode (static). |