Vragen
Erik en Maarten testen de werking van een valhelm.
1. (1p)
De valhelm heeft een zachte binnenkant.
- Noteer een veiligheidsvoorziening in een auto waarmee de zachte binnenkant te vergelijken is.
2. (1p)
Wat is juist over het nut van het dragen van een valhelm bij een val?
A De valhelm vergroot de reactietijd van het hoofd.
B De valhelm verkleint de remtijd van het hoofd.
C De valhelm vergroot de remweg van het hoofd.
D De valhelm verkleint de remweg van het hoofd.
Maarten laat de helm (massa kg) vanaf de derde verdieping vallen.
3. (3p)
De helm raakt de grond met een snelheid van km/h.
- Bereken van welke hoogte hij de helm heeft laten vallen.
4. (2p)
Je ziet hieronder vier grafieken. Over die grafieken staan twee zinnen.
- Zet bij elke zin welke grafiek erbij hoort.
a. Het -diagram heeft de vorm van grafiek ...?
b. Het -diagram heeft de vorm van grafiek ...?
5. (2p)
Na de val bekijkt Erik de helm (massa kg). De helm is ingedeukt.
Uit deze indeuking berekent hij dat de helm bij het neerkomen een vertraging kreeg van m/s
.
- Bereken de grootte van de kracht die tijdens het indeuken op de helm heeft gewerkt.