Bij een ideale transformator vindt er bij het omhoog of omlaag transformeren van de spanning geen energieverlies plaats. Voor een ideale transformator geldt:
de verhouding tussen de primaire spanning (Up) en de secundaire spanning (Us) is gelijk aan de verhouding tussen het aantal primaire windingen (np) en het aantal secundaire windingen (ns).
Voorbeeld
Van een transformator heeft de primaire spoel 400 windingen.
De primaire spoel is aangesloten op het lichtnet (230 V).
De secundaire spoel heeft 160 windingen.
Bereken de spanning in de secundaire spoel.
Gegeven: Up = 230 V, np = 400 en ns = 160
Gevraagd: Us = ?
Uitwerking: