Het vermogen van een apparaat bereken je door de omgezette energie (= energieverbruik) te delen door de tijd:
Weet je het vermogen en de tijd dan kun je het energieverbruik uitrekenen:
Voorbeeld:
Een boormachine verbruikt in 5 minuten 180 kJ energie.
Bereken het vermogen van de boormachine.
Gegeven: E = 180 kJ = 180.000 J, t = 5 min = 300 s
Gevraagd: P = ?
Uitwerking: