Als er in een schakeling meerdere weerstanden parallel zijn geschakeld, is de spanning over iedere weerstand gelijk.
De stroomsterkte door iedere weerstand hangt af van de grootte van de weerstand.
Voorbeeld
In een parallelschakeling staan de weerstanden R1 = 12 Ω en R2 = 6 Ω.
De spanningsbron levert een spanning van 24 V.
Uitwerking:
Itot = I1 + I2 = 2 A + 4 A = 6 A