Een spanningsbron heeft altijd een positief en een negatief geladen pool. Spanning met een vaste + en - noem je gelijkspanning. De meeste batterijen leveren gelijkspanning. Is een stroomkring een spanningsbron opgenomen die gelijkspanning levert, dan loopt de stroom in de stroomkring steeds dezelfde kant op (van + naar -).
Je spreekt dan ook wel van gelijkstroom.
Netspanning is een voorbeeld van wisselspanning. Je hebt geen vaste + en -. Als in een stroomkring een spanningsbron met wisselspanning is opgenomen verandert de stroom heel vaak van richting: wisselstroom.
De huishoudelijke elektrische apparaten zijn zo gebouwd dat ze werken op wisselspanning.
Voor wisselspanning wordt het symbool ~ gebruikt.
Veel batterijen hebben een spanning van 1,5 volt.
Als deze spanning niet hoog genoeg is kun je twee of meer batterijen gebruiken. De minpool van de ene batterij leg je dan tegen de pluspool van de andere batterij.
Je kunt de spanningen van de batterijen dan bij elkaar optellen.
Als je batterijen niet achter elkaar aansluit, maar naast elkaar legt, dan blijft de spanning gelijk. Het voordeel van deze manier van het combineren van de batterijen is dat ze samen langer meegaan.