A + B + C: voorbeelden
A
Het woord 'Fleck' lijkt op het eerste gezicht onbekend maar als je het even hardop uitspreekt, ontdek je al
snel dat het op het Nederlandse woord 'vlek' lijkt. Dat is dan ook de juiste vertaling.
B
Het woord 'oft' lijkt op het Engelse woord 'often'. Dat woord ken je zeker; het betekent 'vaak'. Dat is dan ook de vertaling van het Duitse woord.
C
Het woord 'Überstunden' zegt je misschien in eerste instantie niets. Als je het uit elkaar haalt, krijg je 'über' en 'stunden'. Die twee losse woorden kun je wel vertalen. 'Über' ken je bv. van 'überall', 'überqueren' en als voorzetsel (Sie sprechen über das Wetter.) – het betekent 'over'. Van 'stunden' (meervoud, enkelvoud = Stunde) weet je dat het 'uur/uren' betekent. Als je nu de vertalingen bij elkaar voegt, krijg je de betekenis: 'overuren'.
A + B + C: oefening
Raad nu de betekenis van de volgende woorden:
| offen | Husten | Gefahr | Berufswunsch |
| Kondition | Fußgänger | halbtags arbeiten | Haarfarbe |
| nass | Pullover | reif | Vollmilchschokolade |
| Taschentuch | Scheidung | Besuch | Parkhaus |
| Sicherheitsnadel | Arbeitszeiten | Opfer | Diebstahl |
| Zahnbürste | aufgeben | Laterne | Blitzlicht |
| Rotkohl |

Controleer je antwoorden in het antwoordmodel.
A +B + C: Spel
Tip: Je kunt dit spelletje ook in groepjes spelen.
Ten slotte...
Controleer je antwoorden onderaan het thema bij 'Antworten'.