Zeg dat je lievelingseten Chili con carne met spaghetti is.
Zeg dat dit gerecht uit Mexico komt en dat het ‘Chili met vlees’ betekent.
Noem de ingrediënten die je nodig hebt (voor 4 personen): zakje mix voor Chili con carne, 2 uien,
1 prei, 1 rode paprika, 350 g rundergehakt, 1 blikje tomatenpuree (70 g), 1 pot kidneybonen (700 g).
Beschrijf hoe je het eten klaarmaakt: bonen laten uitlekken, uien klei snipperen, prij in ringen en paprika in blokjes snijden; 2 eetlepels olie verhitten en het gehakt rul bakken; de groenten toevoegen en roerbakken, 350 ml water en het zakje toevoegen; alles 2-3 minuten laten koken; de tomatenpuree en de bonen toevoegen; goed doorroeren en opwarmen (niet koken); klaar!
Met pasta, rijst of brood serveren.
Voor een hetere Chili rode peper toevoegen.
Wens ‘eet smakelijk’.
Meine Lieblingsessen - 2
Maak nu een spreekbeurt over je eigen lievelingseten.
Verwerk daarin de volgende gegevens:
wat het is
waar het vandaan komt/waar het vaak gegeten wordt
ingrediënten
stap voor stap hoe je het klaarmaakt
eventuele variaties
wat er lekker bij is
eventueel wanneer je het eet
eventueel voor wie het (niet) geschikt is
Houd de spreekbeurt in de klas of in een groepje.
Mein Tagesablauf
Je beschrijft hoe je dag eruit ziet.
Zeg dat je om kwart over 7 opstaat.
Zeg dat je eerst tanden poetst, je doucht en je haar kamt.
Zeg dat je je daarna aankleedt en vervolgens ontbijt.
Zeg dat 10 voor 8 naar school gaat en dat je dat op de fiets doet.
Zeg dat het 1e uur om kwart over 8 begint en dat je meestal tot 10 over 3 school hebt, alleen op donderdag ben je al om 2 uur uit.
Vertel dat je na school meestal naar huis fietst en huiswerk maakt. Alleen op vrijdag ga je meteen naar het centrum omdat je van half 4 tot 6 uur in de supermarkt werkt. Je bent daar vakkenvuller.
Vertel dat je op dinsdagavond van 7 tot 8 uur gitaarles hebt en dat je op donderdag van 4 tot 6 hockeyt.
Zeg dat jullie rond half 7 avondeten en dat je daarna nog even leert.
Vertel dat je ’s avonds soms met vrienden afspreekt, computert of tv kijkt.
Zeg dat je rond half 11 naar bed gaat.
Mein Tagesablauf - 2
Maak nu een spreekbeurt over je eigen dagindeling.
Verwerk daarin de volgende gegevens:
hoe laat je opstaat
wat je daarna doet
hoe laat en hoe je naar school gaat
tot hoe laat je les hebt
wat je na school doet, eventueel op verschillende dagen
welke hobby’s je wanneer doet
hoe laat jullie avondeten
wat je na het avondeten doet
hoe laat je naar bed gaat
Vertel over één dagdeel wat uitgebreider.
Houd de spreekbeurt in de klas of in een groepje.
Ten slotte...
Controleer je antwoorden onderaan het thema bij 'Antworten'.