Leerdoelen

Aan het eind van het thema moet je:
- weten wat chartaal geld en wat giraal geld is, en moet je voorbeelden van beide soorten geld kunnen noemen.
- de begrippen koopkracht en inflatie kunnen omschrijven en moet je weten wat beide begrippen met elkaar te maken hebben.
- de begrippen prijscompensatie en reƫle loonsverhoging kunnen omschrijven.
- de drie functies van geld kunnen onderscheiden.
- weten wat wordt bedoeld met specialiseren en arbeidsverdeling.
- een aantal activiteiten van een bank kunnen noemen.