Vragen

Vragen

Een sportauto wordt getest op optrekken en afremmen.

Je ziet de metingen bij het optrekken van de auto.

(s) (km/h)


1 (3p)
Neem het diagram hieronder over.
Zet in het diagram alle meetpunten uit en teken de de grafiek van de snelheid tegen de tijd.

2 (1p)
Bepaal met behulp van de grafiek de tijd die de de sportauto nodig heeft om op te trekken tot een snelheid van km/h.

3 (1p)
Wat is juist over de versnelling tijdens de beweging?
A De versnelling blijft constant.
B De versnelling neemt af.
C De versnelling neemt toe.

4 (1p)
Wat is juist over de totaal tegenwerkende kracht bij toenemende snelheid?
A Deze kracht blijft gelijk.
B Deze kracht neemt af.
C Deze kracht neemt toe.

5 (3p)
Bij een snelheid van km/h remt de sportauto.
De auto staat in s stil.
Bereken de vertraging van deze sportauto tijdens het remmen.