Intro

Bekijk het volgende filmpje.

In het filmpje zie je twee hondjes.
Eén hond leeft, de ander leeft niet.
Wat is eigenlijk het verschil, waardoor we zeggen:
Dit leeft en dat leeft niet…. ?

Hoeveel verschillen kun je bedenken tussen het levende en het niet levende hondje?
Schrijf minimaal drie verschillen op in je schrift. Zet erbij bij welke stap de vraag hoort. Dus A. Intro.