Intro

 

Je lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Cellen vormen weefsel. Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsels.

Een aantal organen ken je waarschijnlijk al: hart, long, maag, lever, nier, schedel, hersenen. Maar er zijn nog heel veel andere organen in je lichaam, waaronder iets meer dan 500 spieren, 206 botten en vele kilometers bloedvaten en zenuwverbindingen.

Organen die een bepaalde functie vervullen maken samen een orgaanstelsel. Alle orgaanstelsels werken met elkaar samen en zorgen ervoor dat een organisme kan (blijven) leven en zich kan voortplanten.

De beschrijving hierboven gaat van klein naar groot. Je kunt ook de andere kant op:

We zoomen even in op planeet Aarde.
Bekijk het volgende filmpje.

In Google maps zie je soms ook een mens.
Stel dat we nog verder kunnen inzoomen, het menselijk lichaam in.

Wat zien we dan?

In deze opdracht zoomen we in op de mens (een organisme);
we kijken naar organenstelsels, organen, weefsels en cellen. Daar ben jij dus uit opgebouwd!