Stap4 Kneden, kauwen en mengen

In deze en de volgende stappen staat uitgelegd wat er op welke plek gebeurt als jouw eten verteerd wordt. Schrijf steeds de belangrijkste gebeurtenissen op, zodat je die bij je grote tekening kunt plakken. Gebruik daarbij de dikgedrukte woorden.

Je mond en gebit
Met je gebit kauw je voedsel fijn. Daardoor kan het voedsel beter met het speeksel vermengd worden. Je tong zorgt dat het voedsel mengt met speeksel. Het kauwen, kneden en mengen van het voedsel door gebit en spieren wordt mechanische vertering genoemd.

Slokdarm
Zodra je slikt, gaat je eten je slokdarm in. Maar het valt niet zomaar naar beneden! Spieren van de slokdarm zorgen ervoor dat voedselbrokken geleidelijk naar beneden worden verplaatst en ondertussen kneden ze het voedsel. Dat doen ze door samen te trekken en weer te ontspannen. Deze bewegingen worden peristaltische bewegingen genoemd. Hieronder zie je hoe een voedselbrok naar beneden 'geduwd' wordt door de spieren.

 

 

 

 

 

 

 


Maag
In je maag wordt het voedsel verder gekneed.
De maag bestaat ook uit spierweefsel. Hiermee kan de maag zich vernauwen en verwijden en dus ook peristaltische bewegingen maken.

Het voedsel blijft een poosje in de maag. Er past ongeveer twee liter voedsel in. Dat is best veel. Aan het eind van de maag zit een spier die de maag dicht kan houden. Deze spier heet de maagportier. De portier gaat af en toe open. Hij laat de voedselbrij in kleine porties door naar de darmen.