Keuze1 Onderdelen van een cel - leren

Je hebt al geleerd dat jouw lichaam is opgebouwd uit heel veel cellen. Dat geldt niet alleen voor jou: alle planten, schimmels, bacteriƫn en dieren bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van alle levende wezens ofwel organismen.

Bij onderdeel B heb je geleerd over de opbouw van jouw lichaam, dat bestaat uit orgaanstelsels, die weer bestaan uit organen, die weer bestaan uit weefsels, die weer bestaan uit cellen.

Cellen bestaan uit nog weer kleinere onderdelen. Als je een cel met een microscoop bekijkt, kun je een aantal onderdelen herkennen:

Celmembraan:
De buitenste laag van het cytoplasma is een dun vlies: het celmembraan. Het celmembraan zorgt er onder andere voor dat alle andere celonderdelen binnen de cel blijven.

Celkern:
De celkern regelt allerlei processen in de cel. In de celkern zitten chromosomen met DNA, een stof waarin jouw erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd.

Kernmembraan:
Ook de kern heeft een membraan, dat ervoor zorgt dat alle kernonderdelen binnen blijven.


Cytoplasma:
Het grootste deel van de cel bestaat uit cytoplasma (of celplasma), een stroperige vloeistof waarin andere celonderdelen drijven. Deze vloeistof bestaat uit water en opgeloste stoffen.