Meervoud of enkelvoud?

Meervoud

"Kijk eens naar die jongens!"
Look at those boys over there!

"Ik ben blij met deze nieuwe boeken."
I'm happy with these new books.

In deze zin wijs je 'de jongens' en 'de boeken' aan. Jongens en boeken zijn allebei meervoud. Bij meervoud gebruik je these of those.


Enkelvoud

"Kijk eens naar die jongen daar!"
Look at that boy over there!

"Ik ben blij met dit nieuwe boek."
I'm happy with this new book.

In deze zinnen wijs je 'de jongen' en 'het boek' aan. Jongen en boek zijn allebei enkelvoud. Bij enkelvoud gebruik je thisof that.


Tot zo ver:

  ? ?
Meervoud These Those
Enkelvoud This That

 

Nu weet je welke van de vier je bij meervoud en welke je bij enkelvoud kan gebruiken. Maar welke van de twee gebruik je dan? Daar staan nog rode vraagtekens in het schema. In het volgende tabblad ga ik je uitleggen wat er op de plek van de rode vraagtekens komt te staan, namelijk: Is het object ver weg of dichtbij?