Introductie

Theezetten

Hans drinkt graag thee.
Het water dat hij gebruikt om de thee te zetten, brengt hij aan de kook met een elektrische waterkoker.

Denk, samen met een klasgenoot, eens na over de volgende drie vragen.

1
Op veel elektrische apparaten, zoals een waterkoker, staat het vermogen vermeld.
Wat is het vermogen van een apparaat? Welke eenheid gebruik je voor het vermogen?
Wat is de relatie tussen vermogen en het energieverbruik?

2
Water kan voorkomen in verschillende fasen.
Welke fasen ken je? En hoe worden de fasenovergangen genoemd?

3
Als je consumeert, ontstaat er afval. Ook theeblaadjes zijn afval.
Welke soorten afval kun je onderscheiden?