Door aanpassing aan het milieu, kunnen sommige organen ook hun functie verliezen. Deze organen kunnen dan in de loop van de evolutie verdwijnen. Bijvoorbeeld de achterpoten bij een walvis en de poten bij een slang. Soms zijn in het organisme echter nog de overblijfselen van deze organen te vinden. In zo'n geval spreken we van rudimentaire organen of rudimenten.
Net als bij de overeenkomsten in bouw, wordt het door de aanwezigheid van rudimentaire organen aannemeliijke dat verschillende soorten organismen dezelfde voorouder hebben gehad.
De blinde darm bij planteneters is goed ontwikkeld. Het helpt de dieren om plantaardig voedsel beter te verteren.
Mensen hebben nog wel een blinde darm, maar deze heeft grotendeels zijn functie verloren omdat wij omnivoren zijn, en dus ook vlees eten dat makkelijker te verteren is.
Dat wij mensen een rudimentaire blinde darm hebben, is wel een aanwijzing die het aannemelijk maakt dat mensen een voorouder hebben die een planteneter was.
Een ander rudimentair orgaan bij mensen is het staartbeen. De onderste wervels van de wevelkolom bestaan uit staartwervels. Een voorouder van de mens is waarschijnlijk een dier geweest met een staart die gebruikt werd als steun- of grijporgaan.
- ? - Maak opdracht 6 in je werkboek