Evolutie in de praktijk

Evolutie in praktijk

Bekijk de filmpjes over Darwin en de evolutietheorie:

Video: Charles Darwin
Video: De evolutie

Je werkt bij deze opdracht in viertallen.
Per tweetal bestudeer je een artikel en beantwoord je de bijbehorende vragen.
Wissel daarna de informatie en de antwoorden op de vragen uit.

Groepje 1
Lees het artikel Slakken in IJsselmeerpolders evolueren razendsnel .

  1. In het artikel gaat het over de tekening en kleur van de huisjes van de tuinslak.
    Wordt de tekening bepaald door genotype, door fenotype of door beiden?
  2. Welke milieufactor(en) bepaalt vooral dit uiterlijk?
  3. Is deze factor een biotische of een a-biotische factor?
  4. Welke biotische factoren worden er in het artikel genoemd?
  5. Zijn de slakken met verschillende huisjes verschillende soorten of verschillende rassen?
    Leg je antwoord uit.
  6. Leg uit dat slakken met lichtgele/roze kleur de meeste overlevingskans hebben in de op de open vlaktes in de IJsselmeerpolders.
  7. Hoe noem je het proces dat hier plaatsvindt?
  8. Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden".

Groepje 2
Lees het artikel Vitamine (D)onker .

  1. Welke twee factoren worden er in het artikel genoemd als bron van de verandering van huidskleur?
  2. Welk voedsel is rijk aan vitamine D?
  3. In welke voedingsmiddelen komt vitamine D ook voor?
  4. Welke kleur huid kan het beste Vitamine D maken (bij evenveel zonlicht)?
  5. Welke kleur huid is het beste beschermd tegen zonlicht?
  6. Wat is het gevaar van te veel zonlicht?
  7. Het proces van de evolutie van de huidskleur staat hier met een aantal zinnen uitgelegd. Zet de zinnen in de juiste volgorde.
    1. Mensen trekken nog verder naar het noorden. De hoeveelheid zonlicht neemt af.
    2. De kinderen met de lichte huidskleur worden niet ziek, zij krijgen zelf gezonde kinderen.
      De kinderen met donkere huidskleur, worden vaker ziek en krijgen steeds minder kinderen.
    3. Mensen komen wonen in Europa Hier is weinig zon.
    4. Er treedt een mutatie op in een van de genen die huidskleur, bepalen.
      Er worden kinderen geboren met een lichte huidskleur.
    5. Mensen eten minder vis, meer vlees en granen.
    6. De volgende generaties hebben er steeds meer mensen een lichte huid.
    7. Mensen krijgen gebrek aan vitamine D en krijgen ziekten.

Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden".