Bij een man zijn er primaire en secundaire geslachtskenmerken al aanwezig, bij een kind na de geboorte nog niet. Primaire geslachtskenmerken zijn al wel bij de geboorte aanwezig, maar secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen zich tijdens de pubertijd. Bij de man zijn de primaire geslachtskenmerken de penis en de balzak en de secundaire geslachtskenmerken de baard, borsthaar en de lagere stem.
Onder de geslachtsorganen van de man vallen velen verschillende organen onder, met ieder een unieke functie. Deze geslachtsorganen zorgen voor de voortplanting door middel van ontwikkelen en overdragen van zaadcellen. Ook dient het voor het afscheiden van afvalstoffen door middel van urine. Zaadcellen zijn de voortplantingscellen, deze smelten samen met de eicel van de vrouw, waardoor er na een bepaald proces een embry gaat ontstaan.
In de onderstaande afbeelding kan je zien waar elk orgaan zit.
De volgende geslachtsorganenen hebben als volgt deze functie:
Penis: de penis is de werkelijke zichtbare geslachtsorgaan, de penis kan in erectie komen waarna de penis in de vagina kan worden geplaats in gemeenschappelijke voortplanting.
Eikel: De eikel is onderdeel van de penis, de eikel is het uiteinde van de penis. De eikel is de meest gevoelige plek voor seksuele prikkels bij een man, dit is te vergelijken met een clitoris van een vrouw.
Zwellichaam: De zwellichaamen zijn als een soort sponsje in de penis, de zwellichamen zorgen ervoor dat de penis in erectie komt, waardoor er bloed in de zwellichamen loopt. Dit zorgt voor de erectie.
Urineblaas: De urineblaas is voor de opslag van urine, in urine zitten de afvalstoffen die moeten worden afgescheiden uit het menselijk lichaam. De urine komt van de nieren af, via de urineleiders naar de urineblaas en vanaf de urineblaas gaat het naar de urinebuis, die uitmondt in de penis.
Urinebuis: De urinebuis zorgt niet alleen voor afvoer van urine, maar ook van voorvocht en zaadcellen. De urinebuis loopt via de prostaat en kan dus ook andere stoffen van het lichaam afvoeren.
Bijbal: In de bijbal worden de zaadcellen geproduceerd, die op hun beurt worden opgeslagen in de teelballen.
Teelbal: In de teelballen worden zaadcellen opgeslagen, deze zaadcellen moeten wel een optimum tempratuurt behouden zodat ze wel kunnen blijven functioneren, deze tempratuur ligt lager dan de tempratuur van het menselijk lichaam.
Zaadleider: De zaadleider loopt van de testes (teelballen) via de prostaat, waar de zaadblaasjes ook uit monden. De zaadleider zorgt voor vervoer van de zaadcellen naar de penis/urinebuis
Zaadblaasjes: Blaasjes die vocht toevoegen aan de zaadcellen die afkomstig zijn uit de zaadleider, hierna wordt het mengsel sperma genoemd. Dat bestaat uit 60% vocht en zaadcellen.
Prostaat: De prostaat zorgt ook voor vloeitstof in het sperma, de prostaat geeft vloeistof af dat rijk is aan voedingsstoffen, waardoor de zaadcellen zich van kunnen voeden.
Schaambeen: Het schaambeen zorgt voor bescherming van de interne geslachtsorganen.
Onderhuisvet: Dient ook voor bescherming, bij de vrouw dikkere laag, zodat er meer rondingen zijn.
Dikkerdarm: De dikke darm haalt vocht/water uit de laatste uitwerpselen, de uitwerpselen gaan naar de dikke darm en de onnodige vloeistoffen worden afgescheiden in de urinebuis.
Endeldarm: Laatste deel van de dikke darm, waar de uitwerpselen worden verzameld.
Anus: Anus is in contact met de buitenwereld, is het uiteinde van de endeldarm en is een kringspier waar de uitwerpselen worden afgescheiden van het menselijk lichaam.