Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen:
welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord
Bij een zelfstandig naamwoord kan één bijvoeglijke bepaling staan.
Voorbeeld
De nieuwe speler is in onze wijk komen wonen.
- nieuwe = bijvoeglijke bepaling bij speler (welke/wat voor speler?)
- onze = bijvoeglijke bepaling bij wijk (welke/wat voor wijk?)
Bij een zelfstandig naamwoord kan meer dan één bijvoeglijke bepaling staan.
Voorbeeld
De lange, mooie jongen kwam niet.
- lange = bijvoeglijke bepaling bij jongen
- mooie = bijvoeglijke bepaling bij jongen
Let op: je hebt hier dus te maken met twee bijvoeglijke bepalingen.
Een bijvoeglijke bepaling kan uit meer dan één woord bestaan.
Voorbeeld
Hij gaf een korte en duidelijke uitleg.
- korte en duidelijke = bijvoeglijke bepaling bij uitleg
Let op: je hebt hier dus te maken één bijvoeglijke bepaling die uit meerdere woorden bestaat.
Een bijvoeglijke bepaling kan heel lang zijn en weer andere bijvoeglijke bepalingen bevatten.
Je moet dan altijd het belangrijkste zelfstandige naamwoord opzoeken.
Voorbeeld
Tijdens het feest ter ere van de opening van de nieuwe vleugel van onze school is de rector door de vloer gezakt.
- ter ere van de opening van de nieuwe vleugel bij onze school = bijvoeglijke bepaling bij feest (feest is het belangrijkste zelfstandige naamwoord).
- van de nieuwe vleugel bij onze school = bijvoeglijke bepaling bij opening
- nieuwe = bijvoeglijke bepaling bij vleugel
- van onze school = bijvoeglijke bepaling bij vleugel
- onze = bijvoeglijke bepaling bij school