Onder een uitdrukking of gezegde wordt een vaste combinatie van woorden verstaan waarmee meestal indirect een situatie wordt benoemd.
Voorbeelden
Om de betekenis van een uitdrukking te vinden moet je in een woordenboek bij het zelfstandig naamwoord kijken. De betekenis van bijvoorbeeld de handdoek in de ring gooien vind je bij het zelfstandig naamwoord 'handdoek'.
Het Nederlands kent veel uitdrukkingen die gebruikt worden in de sport.
Voorbeeld: de bal tegen de touwen aanwerken ⇒ een doelpunt scoren.
Ook zijn er uitdrukkingen met een Bijbelse achtergrond.
Voorbeeld: weten waar Abraham de mosterd haalt ⇒ weten hoe iets werkt, dingen goed snappen.