Een schrijver bepaalt door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Hij laat ons de gebeurtenissen vanuit een bepaalde gezichtshoek meebeleven. Je noemt de gezichtshoek ook wel het perspectief. De verteller door wiens ogen we het verhaal beleven, hoeft niet dezelfde te zijn als de schrijver.
Drie perspectieven
1. Ik-perspectief
Er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt.
De ik-figuur is tevens de ik-verteller.
2. Personaal (hij/zij-) perspectief
Er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt.
Je hebt hier te maken met een hij-/zijverteller (= personale verteller).
3. Alwetend of auctoriaal perspectief
De alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling (is dus geen persoon uit het verhaal).
Hij/zij geeft commentaar op de gebeurtenissen.